Het aantal pensioenfondsen dat per 1 april kort op de pensioenen, valt lager uit dan gedacht. In totaal moeten 29 pensioenfondsen een korting doorvoeren.
Dat maakte De Nederlandsche Bank (DNB) maandag bekend. In januari ging de toezichthouder er nog vanuit dat dit bij circa 38 pensioenfondsen het geval zou zijn.
Het aantal gepensioneerden dat dit jaar met een lager pensioen te maken krijgt, komt nu uit op ongeveer 200.000. Bij de vorige raming in januari waren dit nog 500.000 gepensioneerden.
De fondsen die moeten korten, tellen verder 300.000 deelnemers en 600.000 ‘slapers’. Slapers zijn mensen die rechten hebben opgebouwd bij een bepaald fonds maar geen actieve deelnemer meer zijn.
Bijstortingen van werkgevers
De verbetering van de cijfers komt voornamelijk door bijstortingen van de werkgevers, zegt DNB. De beoordeling van de herstelplannen van alle pensioenfondsen is nog niet volledig afgerond. Het aantal fondsen dat het pensioen moet verlagen, kan hierdoor nog iets hoger uitvallen. “Bij een enkel fonds dat meent het pensioen niet te hoeven verlagen, is de afronding van de beoordeling nog onder handen”, aldus DNB.
De gemiddelde korting van de fondsen bedraagt, zoals het er nu uitziet, 1,3 procent. Dat is wel 0,2 procentpunt hoger dan in januari werd geschat.
Fondsen die gaan korten, doen dat omdat zijn hun buffers moeten herstellen. Bij de meeste pensioenfondsen liep eind december vorig jaar een vijfjarig herstelplan af om de dekkingsgraad weer op het wettelijk vereiste minimumniveau van circa 105 procent te brengen. De dekkingsgraad geeft aan in hoeverre fondsen aan hun verplichtingen kunnen voldoen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl